Mijn reis
Deel 3 – Fast Forward
Mijn eerste verhaal vindt plaats in 2006 en 2008 in Cuba. In februari 2006 was ik in Havana om een paar inwijdingsrituelen te leiden en om voor mijzelf spirituele wijsheid op te doen. Mijn peetvader/leraar is, net als ik, ingewijd in de Congoleze traditie. Deze traditie, die ‘Palo Monte’ wordt genoemd, verbindt ons met onze voorouders en maakt het mogelijk om met spirits in de spirit world te werken. Mijn eerste initiatie in deze traditie was z’n 40 jaar geleden. In deze traditie ontvang je een ‘vessel’ (een soort container, kist of doos) waarin de energie van de spirits zit. Elke vessel bevat een specifieke energie. In het verhaal dat ik nu ga vertellen, ging het om de energie die wij Zarrabanda noemen. Dit is de spirit van ijzer en alle andere metalen, die in de bergbossen leeft.
Een Zarrabanda-vessel is gemaakt van ijzer en bovendien nogal groot. Die van mijn leraar was geen uitzondering, het ding was zo groot dat er een stuk of vijf sterke kerels nodig waren om hem op te tillen en te verplaatsen. Ik vroeg mijn leraar of mijn vessel wat hanteerbaarder en kleiner zou mogen zijn. Hij liet me zien wat hij voor mij in gedachte had. De vessel leek mij inderdaad hanteerbaar.
Na een paar dagen shoppen voor alle ingrediënten die nodig waren voor de spirit, werd ik toch een beetje ongerust. Aangezien Zarrabanda de spirit van ijzer is, waren de meeste onderdelen voor de vessel gemaakt van – je raadt het al – ijzer.
Maar goed, we gingen aan het werk om alle objecten in de vessel te plaatsen. Het nam enkele dagen in beslag en de vessel werd zwaarder en zwaarder. Het is wonderbaarlijk hoeveel je in een kist van 20 bij 30 cm kwijt kunt. Meer ijzer, meer stenen, water en aarde van allerlei plekken, en niet te vergeten: palmolie, honing, rum en droge witte wijn, het ging er allemaal in. Toen het eindelijk klaar was, voelde ik me heel gelukkig, het zag er ook prachtig uit. Ik kon de energie die de vessel uitstraalde, voelen.
Ik had een extra koffer op wieltjes meegenomen, voor het geval dat. Op de dag dat ik weer naar Amsterdam terugvloog, haalde ik de vessel op, gewapend met genoeg noppenfolie om hem in te verpakken. Ik kreeg de vessel met veel pijn en moeite van de grond om hem in mijn koffer te stoppen.
Terwijl ik het zaakje de heuvel opsleepte, vanaf mijn leraars werkruimte tot de taxi, bezweken de wielen onder de koffer… op dat moment besloot ik om alles achter te laten en hem een volgende keer mee te nemen. Badend in het zweet zeulde ik alles terug naar mijn leraars huis. Ik deelde hem mee dat hij er maar voor moest zorgen, want er was geen tijd meer om een andere koffer te vinden: ik zou dan zeker mijn vlucht naar Amsterdam missen. Hij beloofde voor de vessel te zorgen tot ik weer terugkwam. Ik voelde dat de Zarrabanda-spirit nog wat langer in het warme klimaat wou blijven, voordat hij zich in de vessel op zijn gemak zou voelen voor de reis over de grote plas naar Amsterdam.
In 2008 keerde ik terug naar Cuba. Mijn leraar had een houten kist laten maken waar alles in paste. De kist was groter, dus nog zwaarder en hij was lichtblauw geverfd! Het gewicht kwam nu op ruim 45 kilo. Voor de tweede keer op weg naar het vliegveld en godzijdank stond de vessel nu in zijn huis en niet zijn werkruimte wat betekende dat ik de vessel ditmaal niet heuvelopwaarts hoefde te slepen. Ik plaatste alles in de taxi samen met de bagage die we hadden (ik reisde dit keer met een peetdochter). Zoals altijd verbaasde ik me ook nu weer over de hoeveel bagage die we mee terug namen naar Amsterdam. De grootste zorg nu: hadden we genoeg geld bij ons voor het overgewicht? KLM kan soms streng zijn, je weet het nooit van tevoren. Zes koffers en deze gigantische lichtblauwe kist en niet genoeg geld bij ons… Ik riep Zarrabanda op en zei dat er een oplossing moest komen, anders moest ik hem weer achterlaten. De medewerkster achter de balie zette een pokerface op en vroeg alleen maar ‘Heeft u nog meer bagage?’, waarna ze ons incheckte zonder ook maar een peso hiervoor te rekenen. Je moet weten dat ze op het vliegveld van Havana gewend zijn aan in het wit geklede reizigers naar Europa met extra bagage. We hadden geluk deze keer. Ik was dolblij dat ik de eerste beproeving succesvol doorstaan had.
Nu nog de tweede: Schiphol… Daar staan we dan, mijn peetdochter geheel in het wit (vanwege haar initiatie in Havana) en we plaatsen onze bagage op onze kar. Mijn grote blauwe kist komt op een andere plek op het vliegveld aan. Het is ‘s morgens half negen en er komen veel vluchten uit de Antillen en Suriname binnen. Deze ochtend opent de douane alle bagage. ‘Dit was het dan, we zijn zwaar de klos,’ denk ik op dat moment, ‘en als ze de blauwe kist openen, al helemaal!’ Al dat ijzeren gereedschap, de machetes die eruit steken als ze de kist openen. Ik communiceer weer met Zarrabanda, die in het blauw verstopt zit. Ik spreek hem duidelijk en helder toe dat er IETS moet gebeuren, want anders zullen hij en ik die dag het vliegveld niet verlaten. De rij voor de douane wordt langzaam korter en we zijn bijna aan de beurt. Ik probeer zo kalm mogelijk te lijken: nog maar drie reizigers voor ons en dan zien ze wat er allemaal in mijn grote blauwe kist zit. Dan klinken ineens alle walkie talkies van de douanebeambten. Als door een wonder rennen ze allemaal naar een andere locatie op het vliegveld en wij kunnen gewoon doorlopen naar de grote aankomsthal. Ik haal heel diep adem en begin vreselijk te zweten. Eenmaal thuisgekomen open ik meteen de blauwe kist, heet mijn spirit welkom en bied hem rum en rook van een sigaar.
Ik heb van deze ervaring geleerd om spirit te vertrouwen, die laat je nooit in de steek. Sindsdien maak ik me geen zorgen meer als ik met spirit-vessels reis. En ik kan gerust zeggen dat ik er talloze heb meegebracht sinds 2008.